Medische Encyclopedie – Voorbeeldwebsite Apotheek – Amsterdam

Voorbeeldwebsite Apotheek

Medische Encyclopedie

Inhoud

solifenacine

Solifenacine ontspant de spieren van de blaas.

Artsen schrijven het voor bij aandrangincontinentie, een vorm van urine-incontentie. In sommige gevallen kan de arts het ook voorschrijven bij een vergrote prostaat.

Wat doet solifenacine en waarbij gebruik ik het?

Urine-incontinentie

Bij urine-incontinentie kan men de plas niet ophouden. Een bepaalde vorm van urine-incontinentie heet aandrangincontinentie. Men noemt dit ook wel urge-incontinentie.

De oorzaak van aandrangincontinentie is een overactieve blaasspier. Deze trekt op willekeurige momenten samen. U voelt dan aandrang, terwijl de blaas nog lang niet vol is. Daardoor moet u vaak plassen, ook `s nachts. Omdat u zo vaak moet plassen, zijn het vaak maar kleine beetjes.

Werking
Solifenacine remt de onwillekeurige samentrekking van de blaaswand. De aandrang vermindert hierdoor, u hoeft minder vaak te plassen en de blaas kan meer urine bevatten voordat aandrang ontstaat.

Het effect neemt gedurende de eerste paar weken langzaam toe en is maximaal na ongeveer vier weken.
Solifenacine is alleen zinvol bij mensen met aandrangincontinentie. Het is niet bij iedereen even effectief.

Het werkt bovendien niet bij mensen die last hebben van inspanningsincontinentie. Hierbij verliest men scheuten urine bij lichte inspanning als hoesten, bukken, tillen of lachen.

Behandeling
Artsen schrijven solifenacine voor bij onvoldoende effect van oefeningen om de blaas te trainen.

Lees meer over urine-incontinentie . “

Prostaatvergroting

Verschijnselen
De prostaat is een klier die bij mannen vlakbij de blaas rondom de urinebuis zit. Als de prostaat is vergroot, kan deze gaan drukken op de urinebuis. De afvoer van de urine kan dan minder vlot verlopen. U merkt dit doordat u niet meer krachtig kunt plassen, vaak kleine beetjes moet plassen en soms last heeft van nadruppelen.

Prostaatvergroting kan zich vanaf de leeftijd van 30 jaar ontwikkelen, op tachtigjarige leeftijd hebben 9 op de 10 mannen een vergrote prostaat. Het is dus een normaal ouderdomsverschijnsel. De helft van deze mannen krijgt op den duur plasproblemen.

Werking
Solifenacine remt de onwillekeurige samentrekking van de blaaswand. De aandrang vermindert hierdoor, u hoeft minder vaak te plassen en de blaas kan meer urine bevatten voordat aandrang ontstaat. De prostaatvergroting zelf verandert echter niet.

Behandeling
Met eenvoudige leefregels zijn veel problemen te verminderen: op tijd plassen als u aandrang voelt, bij voorkeur zittend plassen, voldoende drinken en niet te veel alcoholische drank gebruiken. Artsen schrijven dit middel voor bij plasproblemen bij prostaatvergroting, wanneer tamsulosine alleen onvoldoende werkt.

Lees meer over prostaatvergroting . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Droge mond en droge keel, doordat u minder speeksel aanmaakt.

    Als u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.

    Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten zoals misselijkheid, verstopping, buikpijn, winderigheid en zuurbranden. Mensen met slokdarmontsteking door opkomend maagzuur (refluxklachten): Raadpleeg uw arts als u hier meer last van krijgt.

    Deze bijwerkingen kunt u proberen te voorkomen door de tablet met wat voedsel in te nemen. Verstopping vermindert u met vezelrijke voeding en door veel te drinken. Raadpleeg uw arts bij hevige buikpijn.

  • Wazig zien.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Verandering in smaak van voedsel en drinken.

  • Droge huid en minder zweten.

  • Droog neusslijmvlies.

  • Droge ogen. Mensen die contactlenzen dragen kunnen door solifenacine last krijgen van droge ogen. De contactlenzen kunnen dan eerder irriteren.

    Houd ze in dat geval minder lang in of gebruik bevochtigende oogdruppels (kunsttranen).

  • Slaperigheid, vermoeidheid en duizeligheid.

  • Moeilijk plassen. Waarschuw dan uw arts. Mannen met een vergrote prostaat hebben hier meer kans op.

    Overleg bij prostaatklachten daarom voor gebruik eerst met uw arts. Door achterblijven van restjes urine is er meer kans op blaasontsteking.

  • Verwardheid, hallucinaties, verminderd geheugen en concentratieverlies. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson en ouderen zijn hier gevoeliger voor.

    Heeft u de ziekte van Parkinson? Overleg met uw arts. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

  • Opgezwollen voeten en benen.

    Mogelijk helpt het te gaan liggen met de benen omhoog. Blijft u hier last van houden, raadpleeg dan u arts.

  • Een versnelde hartslag of hartkloppingen.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten.

    Soms kan dit veroorzaakt worden door overgevoeligheid voor dit middel. Stop dan het gebruik en raadpleeg uw arts. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid of een opgezwollen gezicht. Ga dan onmiddellijk naar een arts. In beide gevallen mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor solifenacine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik solifenacine gebruiken met andere medicijnen?

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere middelen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is meestal op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts. Vertel uw arts altijd dat u sint-janskruid gebruikt.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperigheid, duizeligheid, vermoeidheid en wazig zien. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste paar dagen van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de slaperigheid en duizeligheid versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt.

alles eten?
U mag alles eten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

  • Tabletten: de tabletten innemen met een half glas water.
  • Tabletten met gereguleerde afgifte: slik de tabletten met gereguleerde afgifte (te herkennen aan ‘MGA’ of ‘retard’) in zijn geheel door met water. Deze mag u niet kauwen of fijnmaken, omdat dan het middel onbedoeld al zijn werkzaam bestanddeel tegelijk vrijgeeft. Deze tabletten zijn zo gemaakt dat ze langzaam oplossen.
  • Drank: de drank elke keer voor het innemen goed schudden. Meet de juiste hoeveelheid af met de bijgeleverde orale spuit. Drink na innemen van de drank een glas water.

Wanneer?
U kunt dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis, bij voorkeur ’s ochtends. Neem bij maagklachten de tablet in bij het ontbijt.

Hoe lang?
Uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, aan de hand van het effect. Het beste is om het 4 weken te proberen. Als het na 4 weken geen effect heeft, is verder gebruik niet zinvol.

Terug naar overzicht