Medische Encyclopedie – Voorbeeldwebsite Apotheek – Amsterdam

Voorbeeldwebsite Apotheek

Medische Encyclopedie

Inhoud

pneumokokkenvaccin

Pneumokokkenvaccin bevat onderdelen van pneumokok-bacteriën. Het beschermt tegen een infectie met deze bacteriën en daardoor ook tegen bepaalde vormen van hersenvliesontsteking en longontsteking.

Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen bij wie een dergelijke infectie zeer ernstig kan verlopen.

Het is ook een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Zie hiervoor de tekst pneumokokkenvaccin bij kinderen.

Wat doet pneumokokkenvaccin en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

De pneumokok-bacteriën kunnen ziektes veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking en longontsteking. Deze ziektes kunnen ernstig verlopen.

U kunt tegen een pneumokok-infectie worden gevaccineerd met een injectie.

Werking
Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de bacterie. Als u dan in aanraking komt met levende pneumokok-bacteriën, kan uw lichaam ze effectief bestrijden.

Het vaccin beschermt niet volledig, maar wel voor een groot deel. Mensen uit de risicogroepen krijgen meestal elke 5 jaar een nieuwe injectie.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Hersenvliesontsteking

Dit vaccin wordt gebruikt om hersenvliesontsteking door pneumokokken te voorkomen. Hersenvliesontsteking wordt ook wel meningitis of nekkramp genoemd.

Verschijnselen
Verschijnselen van hersenvliesontsteking zijn koorts, spierpijn, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid, verwardheid, overgevoeligheid voor licht en geluid, lusteloosheid en pijnlijke gewrichten. Vaak ontstaat nekstijfheid, u kunt de kin dan niet meer op de borst doen.

In sommige gevallen kunnen kleine huidbloedinkjes ontstaan. Als u hierop duwt met een glas, blijven deze kleine paars-rode vlekjes zichtbaar – ze verbleken niet bij drukken. Dit ontstaat als de bacterie in het bloed terechtkomt en daar gaat groeien. Dit is een zeer ernstige situatie, die snelle opname in het ziekenhuis nodig maakt.

Oorzaak
Hersenvliesontsteking is een ontsteking van de vliezen rond de hersenen door bepaalde virussen of bacteriën. Het wordt door verschillende soorten bacteriën veroorzaakt, zoals Haemophilus influenzae B (Hib), meningokokken groep B en groep C en pneumokokken. Hersenenvliesontsteking door pneumokokken komt vooral voor bij jonge kinderen, maar soms ook bij volwassenen. Deze pneumokokken leven in neus en keel en kunnen zich door bijvoorbeeld hoesten of niezen, verspreiden van mens tot mens. Ook kunnen ze worden overgedragen door zoenen. Gelukkig wordt slechts een klein deel van de besmette personen ziek.

Bij sommige mensen kan een hersenvliesontsteking zeer ernstig verlopen. Vandaar dat die mensen gevaccineerd worden tegen pneumokokken.

Kinderen worden via het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen Hib, meningokokken C en ook tegen pneumokokken. Zie voor meer informatie de tekst Pneumokokkenvaccin bij kinderen. Meningitis B komt het meest voor in Nederland, maar daar bestaat nog geen vaccin tegen.

Lees meer over hersenvliesontsteking . “

Longontsteking

Verschijnselen
Bij een longontsteking voelt u zich flink ziek, heeft hoge koorts en moet vaak hoesten. Ook kunt u slijm ophoesten. Het ademen kan pijnlijk zijn en u bent vaak benauwd.

Oorzaak
Longontsteking wordt bijna altijd veroorzaakt door pneumokokken, maar ook andere bacteriën of virussen kunnen longontsteking veroorzaken.

Bij sommige mensen kan een longontsteking zeer ernstig verlopen. Zij kunnen baat hebben bij een vaccinatie tegen pneumokokken, omdat longontsteking bijna altijd wordt veroorzaakt door deze bacterie.

De vaccinatie beschermt niet volledig. Vandaar dat u na vaccinatie nog steeds een longontsteking kunt krijgen. Maar de kans op een longontsteking is wel veel kleiner.

Lees meer over longontsteking . “

Vaccinaties

Tegen een infectie met pneumokokken kunt u worden gevaccineerd. Het wordt gegeven aan mensen die extra risico op een infectie met pneumokokken lopen, zoals:

  • kinderen onder de 5 jaar. Vandaar dat jonge kinderen worden gevaccineerd, meestal in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma. Zie voor meer informatie de tekst Pneumokokkenvaccin bij kinderen;
  • mensen vanaf 60 jaar.
  • mensen die geen milt (meer) hebben, of met een slecht functionerende milt;
  • mensen met een aandoening aan de rode bloedlichamen (sikkelcelziekte);
  • mensen die extra vatbaar zijn voor hersenvliesontsteking als gevolg van een schedelbasisfractuur.

Bij de volgende mensen wordt soms een vaccinatie tegen pneumokokken geadviseerd.

  • Mensen met een verminderde afweer, zoals mensen met de ziekte van Hodgkin, de ziekte van Kahler, na beenmerg- of orgaantransplantatie, HIV-infecties en aids.
  • Personen met chronische aandoeningen van nieren.
  • Mensen met een alcoholverslaving.
  • Mensen met longschade door COVID-19 (corona). 

 

Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende. De bijwerkingen treden vaak op binnen enkele uren na de injectie.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, zelden met jeuk, roodheid, zwelling of harde plek onder de huid. Zeer zelden ontsteking van de huid op de plaats van de injectie. U kunt last hebben van een rode huid, jeuk, bultjes, blaasjes of schilfers op de huid.

  • Slaperig, vermoeid of prikkelbaar gevoel

  • Minder eetlust

  • Griepachtige klachten zoals hoofdpijn, koorts, spierpijn, pijn in de gewrichten, misselijkheid, diarree of buikpijn. En zeer zelden duizeligheid.

    Deze klachten duren meestal niet langer dan 1 tot 2 dagen. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Flauwvallen. Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie.

    Meestal gebeurt flauwvallen omdat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie, zodat u de volgende vaccinatie zittend of liggend kunt krijgen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Uw lymfeklieren zijn groter dan normaal.

    Deze klieren zitten bijvoorbeeld in de hals, oksels en liezen. Ze helpen uw lichaam beschermen tegen ziektes.

  • Overgevoeligheid. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen uw arts.

    Bent u overgevoelig? Dan mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik pneumokokkenvaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De onderstaande medicijnen verminderen de werking van het vaccin. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit medicijn veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of dijbeen.

Wanneer?
Mensen uit de risicogroepen krijgen meestal elke 5 jaar een nieuwe injectie.

Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.

Terug naar overzicht